Aanbeveling 30: Belastingverdrag Nederland-Duitsland 2012; kortdurende sociale uitkeringen
We bevelen aan dat het Verdrag Nederland-Duitsland 2012 inzake kortdurende socialezekerheidsuitkeringen wordt gewijzigd. Het recht van de woonstaat (artikel 17, lid 1, Verdrag Nederland-Duitsland 2012) om tijdens de dienstbetrekking van een grenswerker kortdurende aan de arbeid verbonden socialezekerheidsuitkeringen belasten, dient te verdwijnen. Het toewijzen van de belastingheffing over deze uitkeringen (bijvoorbeeld ziektegeld en betaald ouderschapsgeld) aan de werkstaat voorkomt dat de werknemer, die sociaal verzekerd blijft in de werkstaat, tijdelijk belast wordt in de woonstaat.
Er is op 24 maart 2021 een protocol ondertekend waarbij het heffingsrecht over Krankengeld en Elterngeld wordt toegewezen aan de staat die de uitkering doet, in dit geval Duitsland. Dit betekent dat de netto-uitkeringen ontvangen door een Nederlandse grenswerker niet in Nederland worden belast, terwijl ze in Duitsland vrijgesteld zouden zijn. Beide parlementen moeten het protocol goedkeuren. Dit probleem is dus opgelost.
Wat betreft de gevolgen van de WNRA wordt beoordeeld of sprake is van een (dienst)betrekking bij een publiekrechtelijke
rechtspersoon. Ingevolge het nieuwe artikel XIV van het Protocol bij het Verdrag wordt de zinsnede ‘publiekrechtelijke dienstbetrekking’ vervangen door de zinsnede ‘diensten verleend aan een verdragsluitende staat of een staatkundig onderdeel of een
plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan (overheidsdiensten)’.