Aanbeveling 16: Telewerken


Bij grensoverschrijdend werken gaat het bij de toewijzing van de belastingplicht om ‘physical presence’. Bij het fenomeen van het zogenoemde telewerken, een toenemend fenomeen gezien de technologische ontwikkelingen die het thuiswerken mogelijk maken, biedt dat criterium geen soelaas. Wij bevelen aan dat bij telewerken de belasting- en premieheffing gecoördineerd plaatsvindt.

 

Toelichting:  het thuiswerken heeft in 2020 als gevolg van de coronacrisis een andere dimensie gekregen. Veel van de grenswerkers werden gedwongen thuis te werken. Een aantal landen heeft een aantal maatregelen getroffen om de gevolgen van thuiswerken te negeren. Zie de bijgevoegde documenten. De vraag was gedurende ruime tijd of het thuiswerken voor grenswerkers een vervolg zouden moeten krijgen voor na de crisis. Wellicht zou voor een hoger percentage dan het huidige 25% kunnen worden gekozen. Belangrijk is ook welke definitie voor het thuiswerken moet worden gebruikt. Op 1 juli 2023 is de kaderovereenkomst wat betreft de verzekeringsplicht tot stand gekomen. Deze op basis van artikel 16 Verordening  883/2004 geformuleerde overeenkomst bewerkstelligt dat een grenswerker (werknemer) onder voorwaarden tot 50% thuis in de woonstaat mag werken zonder dat een switch van de verzekeringsplicht van de werk- naar de woonstaat aan de orde is. De werkgever en de werknemer moeten gezamenlijk een verzoek doen in de staat van de werkgever.  De verstrekte A1-verklaring geldt in beginsel voor drie jaren. De overeenkomst kan worden toegepast in het geval beide staten de overeenkomst hebben ondertekend.

In de relatie met België en Duitsland wordt gewerkt aan specifieke belastingregeling voor thuiswerkende grensarbeiders na de crisis.